Twijfel over bewijs in de zaak Nicky Verstappen

In de nacht van 9 op 10 augustus 1988 verdwijnt de toen 11-jarige Nicky Verstappen tijdens een zomerkamp in het Limburgse Brunssummerheide. Twee dagen later wordt het levenloze lichaam van de jongen teruggevonden. De politie vermoedt dat Nicky Verstappen seksueel is misbruikt en door verstikking om het leven is gekomen. In de zaak worden een aantal verdachten aangehouden, maar wegens gebrek aan bewijs heeft de politie deze verdachten weer moeten vrijlaten. De dader is – bijna twintig jaar later – nog steeds niet gevonden.

De politie start daarom in februari 2018 een grootschalig verwantschapsonderzoek in een poging de moordenaar van Nicky Verstappen alsnog te vinden. Dit is een onderzoek waarbij een geselecteerde groep personen gevraagd wordt om vrijwillig dna af te staan in de hoop dat één van deze vrijwilligers (verre) familie is van de dader. Er worden in totaal 23.000 mannen opgeroepen om hun dna af te staan. Op 22 augustus maakt de politie bekend dat (door het verwantschapsonderzoek) er een belangrijke doorbraak in de zaak is. Er is een match gevonden tussen het dna van een 55-jarige man uit Simpelveld, genaamd Jos B., en het dna dat is aangetroffen op de kleding van Nicky, die hij droeg in de nacht van de verdwijning. Jos B. was sinds de start van het verwantschapsonderzoek spoorloos verdwenen en was daarom door zijn familie in april als vermist opgegeven. Hij had zelf in het verwantschapsonderzoek dus ook geen dna afgestaan, maar via dna van zijn verwanten kwam de politie bij Jos B. terecht. Dat dna is een delict-gerelateerd spoor. Op 26 augustus 2018 wordt Jos B. door de Spaanse politie in Spanje aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van Nicky Verstappen.

Jos B. is geen vreemde in het onderzoek op de moord van Nicky Verstappen. Hij is destijds tweemaal gehoord door de politie, omdat hij op 12 augustus 1998 bij de plaats delict als een voorbijganger werd opgemerkt. Er waren destijds echter geen aanwijzingen voor betrokkenheid.

De nabestaanden van Nicky Verstappen hopen dat de doorbraak in het onderzoek eindelijk zal leiden tot de veroordeling van de dader. Het is echter niet zeker of er voldoende bewijs is om de betrokkenheid van Jos B. bij de dood van Nicky Verstappen vast te stellen. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, moet er voldoende wettig en overtuigend bewijs zijn. Een rechter kan slechts tot een bewezenverklaring komen als de rechter voor het bewijs kan putten uit ten minste twee van elkaar onafhankelijke bronnen. Dat betekent dat er minstens twee bewijsmiddelen nodig zijn én dat de rechter op basis van die twee bewijsmiddelen de overtuiging heeft dat de verdachte het strafbaar feit heeft begaan.

Het dna, aangetroffen op Nicky Verstappen, is één bewijsmiddel. Vraag is of dat dna gerelateerd kan worden aan Jos B. De dna-match uit het verwantschapsonderzoek is niet voldoende. Justitie liet echter weten dat ook op andere manieren een match is verkregen. Zij noemt drie verzamelde dna-profielen: het dna van de verwanten, genetisch materiaal dat de politie bij een huiszoeking aantrof op spullen van Jos B. in Nederland en het dna uit de vermissingszaak. Dat lijkt genoeg, nietwaar?

Het dna uit het verwantschapsonderzoek is echter geen 100% match. Jos B. heeft immers niet zelf dna-materiaal afgestaan in dit onderzoek, enkel verre familie. Mogelijk is de politie door het verwantschapsonderzoek wel op het spoor van Jos B. gezet en heeft de politie vervolgens zijn dna uit de dna-databank vermiste personen gebruikt om een definitieve match vast te kunnen stellen. Dat weten we niet. Het dna van Jos B. was in deze databank opgenomen, omdat zijn familie hem als vermist had opgegeven. Het gebruiken voor een strafzaak van het dna-materiaal uit de dna-databank vermiste personen is echter wettelijk niet toegestaan. De politie mag afgegeven dna-materiaal enkel gebruiken in de zaak waarvoor het is afgestaan. De advocaat van Jos B. kan daarom stellen dat de dna-match uit de vermissingszaak onrechtmatig is verkregen, als dat zou worden gebruikt in de strafzaak tegen Jos B. Indien de dna-match daadwerkelijk onrechtmatig is verkregen, dan kan dat dna-‘bewijs’ niet worden gebruikt.

Er is nog een derde match, namelijk tussen het dna-materiaal dat is aangetroffen op de spullen van Jos B. tijdens de huiszoeking en de sporen op de kleding van Nicky Verstappen. Kan deze dna-match worden gebruikt als bewijs in de zaak tegen Jos B.? Of dit bewijs rechtmatig is, hangt af van de volgorde waarin het onderzoeksteam bij de dna-profielen terecht is gekomen. Indien de huiszoeking heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de dna-match met het materiaal uit de vermissingszaak van Jos B., dan kan het verzamelde dna-materiaal tijdens de huiszoeking ook als onrechtmatig worden aangemerkt. De volgorde is in dat geval cruciaal als het gaat om de rechtmatigheid van het verkregen dna-bewijs.

Mocht het openbaar ministerie al deze hobbels kunnen nemen en het dna-bewijs kunnen gebruiken in de zaak tegen Jos B., dan is de grote vraag hoe het dna-materiaal van Jos B. op de kleding van Nicky Verstappen terecht is gekomen. Volgens de advocaat van Jos B. bestaat het dna-materiaal niet uit bloed of sperma. Het zou dan mogelijk kunnen gaan om een haar, speeksel of een huidschilfer. Een alternatief scenario die de aanwezigheid van dat dna-materiaal van Jos B. op de kleding van Nicky Verstappen kan verklaren, is denkbaar. Als het gaat om een haar van Jos B., dan kan Nicky dat dna-materiaal hebben opgevangen in het bos, waar Jos B. immers vaker kwam. Ook is het mogelijk dat iemand anders het dna van Jos B. op Nicky heeft achtergelaten. Als het gaat om een huidschilfer, dan kan het zijn dat Nicky met iemand in contact is gekomen, die eerder in contact met Jos B. is geweest. Dat zijn allemaal scenario’s die niet tot bewezenverklaring en schuldigverklaring van Jos B. kunnen leiden. Kortom, ook om een alternatief scenario uit te kunnen sluiten, is nog een ander bewijsmiddel vereist in de zaak.

En daarmee zijn we terug aan het begin van dit stuk. Er zijn immers twee bewijsmiddelen nodig. Een eventuele verklaring van Jos B. in een verhoor is daarom essentieel. Indien Jos B. tijdens het verhoor bekent, dan vormt zijn verklaring een tweede bewijsmiddel. Jos B. kan ook ontkennen en hij heeft het recht om te zwijgen. Indien Jos B. ontkent of zich beroept op zijn zwijgrecht, zal er – naast de dna-match – een ander wettig bewijsmiddel moeten worden gevonden dat de betrokkenheid van Jos B. bij de dood van Nicky Verstappen met voldoende overtuiging kan vaststellen. Indien een dergelijk bewijsmiddel ontbreekt, zal Jos B. niet veroordeeld kunnen worden.