Winkels maken de laatste tijd steeds vaker gebruik van collectieve verblijfsontzeggingen, waarmee zij ongewenste personen uit hun winkel willen weren. Zij laten personen die bijvoorbeeld een diefstal hebben gepleegd of overlast hebben veroorzaakt een verklaring tekenen waarmee hen de toegang tot (vaak meerdere) winkels wordt ontzegd. Als personen zich ondanks deze ontzegging toch toegang verschaffen tot de betreffende winkels wordt de politie op de hoogte gesteld. De grondslag voor deze collectieve verblijfsontzegging is art. 138 Sr waarin huisvredebreuk geregeld is. Nu rijst de vraag of een winkel ook onder de bepaling van huisvredebreuk valt en wat de waarde is van deze collectieve verblijfsontzeggingen.
Huisvredebreuk is het wederrechtelijk binnendringen in een woning, besloten erf of besloten lokaal of het daar wederrechtelijk vertoeven en zich niet verwijderen nadat de rechthebbende hierom verzoekt. Of een winkel onder deze bepaling valt hangt af van de vraag of een winkel gezien kan worden als een ‘besloten lokaal’ als in art. 138 Sr. In literatuur en rechtspraak lijkt algemeen aanvaard te worden dat een winkel valt onder een besloten lokaal (zie bijv.: Hof Amsterdam 9 mei 2015, ECLI:NL:GHAMS:2014:2127).

Als een persoon een collectieve verblijfsontzegging heeft getekend, staat hiermee in beginsel vast dat hij zich schuldig maakt aan huisvredebreuk wanneer hij een winkel betreedt die is genoemd in de collectieve verblijfsontzegging. De persoon is dan namelijk wederrechtelijk binnengedrongen in een besloten lokaal, zijnde de winkel.
De collectieve verblijfsontzeggingen kunnen voor winkels een waardevol instrument zijn bij de bestrijding van winkeldieven of onrustzaaiers. Er zijn echter ook kanttekeningen te plaatsen bij de juridische status van deze ontzeggingen. Op 8 januari 2010 werden er bij de rechtbank Almelo al enkele praktische en fundamentele vragen gesteld met betrekking tot collectieve verblijfsontzeggingen (ECLI:NL:RBALM:2010:BK8911). Een van die vragen betreft de verwerking van persoonsgegevens. Hoe zit het met de wijze waarop andere aangesloten winkels op de hoogte gebracht worden van de oplegging van een verblijfsontzegging aan een persoon? Worden deze gegevens ergens geregistreerd en zo ja, is deze registratie in overeenstemming met de Wet Bescherming Persoonsgegevens? Hoe moet een persoon bovendien op de hoogte zijn van de aansluiting van een winkel bij het collectief verbod? Deze vragen dienen te allen tijde in ogenschouw genomen te worden, aangezien anders het gevaar bestaat dat winkels voor eigen rechter gaan spelen. En dat kan niet de bedoeling zijn.
Het is winkels kortom toegestaan een collectieve verblijfsontzegging op te leggen aan een persoon onder bepaalde voorwaarden. Als deze persoon zich vervolgens begeeft in één van de aangesloten winkels pleegt hij huisvredebreuk en kan hij hiervoor vervolgd worden. Kenbaarheid van een collectief verbod en registratie van persoonlijke gegevens van personen dienen echter te worden meegewogen wanneer het tot een vervolging komt. Het is dus niet gezegd dat het overtreden van een collectieve verblijfsontzegging daadwerkelijk tot een veroordeling zal leiden, gelet op de haken en ogen die er aan deze constructie kleven.

Winkel verbod, mag dat? – Salvador Ingelse Advocaten
Winkel verbod, mag dat? – Salvador Ingelse Advocaten
Winkel verbod, mag dat? – Salvador Ingelse Advocaten