Door de nieuwe wet Wet Werk en Zekerheid is het arbeidsrecht flink op de schop genomen. Een van de vele veranderingen betreft de aanzegplicht.

Sinds 1 januari van dit jaar moet werkgever de werknemer uiterlijk één maand voordat het tijdelijke contract (het gaat hierbij om contracten van zes maanden of langer) afloopt informeren of hij het contract met de werknemer wenst voort te zetten of niet en indien hij het wenst voor te zetten onder welke arbeidsvoorwaarden. Indien de werkgever dit vergeet of deze aanzegging te laat doet dan is de werkgever een vergoeding aan werknemer verschuldigd. De werkgever die de aanzegplicht helemaal niet nakomt moet aan de werknemer een vergoeding ter hoogte van één maandloon betalen. Doet werkgever de aanzegging te laat dan is hij een vergoeding naar rato verschuldigd. Indien werkgever niet tot betaling van de aanzegvergoeding overgaat dan moet werknemer wel binnen twee maanden na het einde van het arbeidscontract een verzoekschrift bij de kantonrechter indienen.

De eerste procedures zijn inmiddels een feit (http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:3883&keyword=aanzegverplichting en http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:2325 ). Op 5 juni 2015 oordeelde de kantonrechter in Rotterdam dat de werkgever aan de werknemer een aanzegvergoeding verschuldigd is. Werkgever stelde in deze zaak dat er een schriftelijke aanzegging was verstuurd, maar werknemer ontkende dat zij ooit een brief met aanzegging ontving. De kantonrechter oordeelde dat de aanzegging schriftelijk moet geschieden en dat werkgever moet bewijzen dat de werknemer de schriftelijke aanzegging ontving. Een mondelinge aanzegging is niet voldoende, zelfs niet wanneer werknemer de aanzegging erkent.

Heeft u een tijdelijk contract van zes maanden of langer dat afloopt en denkt u in aanmerking te komen voor een aanzegvergoeding of denkt u dat werkgever niet aan de voorwaarden van de aanzegplicht voldeed, neem dan vrijblijvend contact met ons op.