Dat valt wel mee. Heeft u een bedrag te vorderen van meer dan € 25.000 of heeft u een vordering van onbepaalde waarde? Dan zult u uw geschil aan de civiele rechter moeten voorleggen. De griffierechten in zo’n civiele procedure zijn erg hoog, beginnend bij € 77, oplopend tot € 3.829. De hoogte van het griffierecht is onder meer afhankelijk inkomen en vermogen en van de hoogte van de hoofdsom. Niet alleen de eiser – degene die de procedure start – maar ook de gedaagde – degene die gedagvaard wordt – moet griffierecht betalen. Dus ook als u zelf geen procedure start, maar ongewild in een procedure betrokken raakt, moet u bij een procedure voor de civiele rechter griffierecht betalen. Hoe hoog de griffierechten in uw geval zijn kunt u lezen op de site van de rechtspraak.
U en uw wederpartij hebben een geschil en zijn het over veel niet eens, maar waarschijnlijk kunt u het wel met uw wederpartij eens worden over de keuze voor een goedkopere wijze om het geschil te beslechten. U kunt samen met uw wederpartij afspreken om te kiezen voor: de kantonrechter! Sneller, goedkoper en informeler.
Hoe zit dat? Dit kan op grond van artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv): In alle zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van partijen staan, kunnen zij zich samen tot een kantonrechter van hun keuze wenden en zijn beslissing inroepen. Het geding wordt gevoerd op de wijze als door de kantonrechter bepaald. Dat mag, dat kan, maar het wordt weinig gedaan. Een voordeel is dat de griffierechten voor eiser in een procedure voor de kantonrechter een stuk lager zijn – beginnend bij € 77 – en dat de gedaagde zelfs helemaal geen griffierecht hoeft te betalen. Voor beiden partijen is dat een kostenvoordeel. Een ander voordeel is dat partijen zelf kunnen kiezen aan welke kantonrechter – dus in welke plaats – zij het geschil zullen voorleggen. Tevens verloopt een procedure bij de kantonrechter in de meeste gevallen sneller dan een civiele procedure. Partijen leggen het geschil aan de kantonrechter voor, daarna vindt er meestal een mondelinge behandeling plaats en de uitspraak zal in de meeste gevallen vier weken later volgen. Omdat de procedure sneller verloopt, zullen ook de advocaatkosten lager uitvallen en ligt het proceskostenrisico bij verlies een stuk lager. Immers, als kostenveroordeling volgt zijn er geen griffierechten voor gedaagde en de salarissen in rolzaken kanton (de kosten van advocaat-gemachtigde waarin de verliezer kan worden veroordeeld) liggen een stuk lager dan bij de sector civiel (Vergelijk staffel kosten en salarissen sector kanton met liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven). Er is ook een nadeel: de vergoeding voor de winnende partij is dus ook lager. Ten slotte is de procedure bij de kantonrechter een stuk informeler. Bij de kantonrechter kan in persoon worden geprocedeerd. Een advocaat inschakelen is dus niet vereist, maar het advies en de procesbijstand van een advocaat biedt vaak wel voordelen.
Ondanks alle voordelen wordt maar weinig gebruik gemaakt van artikel 96 Rv. Wilt u kosten besparen en denkt u dat uw zaak geschikt is om op grond van deze bepaling aan de kantonrechter voor te leggen? Dan kunnen wij u bijstaan. Neemt u vrijblijvend contact met ons op voor een eerste gratis gesprek of komt u langs op ons gratis inloopspreekuur op dinsdag van 17 tot 19 uur.
Procederen duur en risicovol? – Salvador Ingelse